De PVV heeft middels Statenvragen opheldering gevraagd over het agenderen van het onderwerp ''transporten met kernwapens'' bij de Commissie Overleg & Voorlichting Milieuhygiëne (COVM) Vliegbasis Volkel door SP-gedeputeerde Van den Hout en zijn uitspraken hierover in dit overleg. Onlangs stelde het Brabantse college van Gedeputeerde Staten nog: ''Wij gaan niet over militaire aangelegenheden, hiervoor is het ministerie van Defensie bevoegd gezag''. De uitspraken van de gedeputeerde staan hier haaks op.
PVV-Statenleden Joyce Kardol en Alexander van Hattem hebben de indruk dat de gedeputeerde zijn positie als voorzitter van het COVM heeft misbruikt door zijn partijpolitieke standpunt aangaande kernwapens te agenderen. ''We moeten dit omgevingsoverleg over geluidshinder serieus nemen als provincie en de activistische mentaliteit van de gedeputeerde Van den Hout past daar niet bij, hij zaait alleen maar onrust bij de omwonenden,'' aldus PVV-Statenlid Kardol.
De PVV vraagt zich af of gedeputeerde Van den Hout met deze houding nog wel de juiste persoon is om het COVM voor te zitten, mede omdat hij eerder veelvuldig bij dit overleg afwezig bleek te zijn.
Joyce Kardol
Alexander van Hattem
Het volgende opiniestuk van statenlid Joyce Kardol verscheen op 26 september jl. op pagina 13 van het Brabants Dagblad:
Bespaar 't mooi Brabant 'n tupperware wildernis
In “De Nieuwe Wildernis”, de bioscoopfilm over de Oostvaardersplassen, krijgt de kijker een fascinerend beeld voorgeschoteld van dit natuurgebied. Natuurorganisaties en politici fantaseren ook over het scheppen van zo’n wildernis in Brabant. Maar is zulke maakbare natuur wel een echte ‘wildernis’ en wat betekent dit voor de Brabanders?
‘’De Nieuwe Wildernis’’ is een volledig omheind gebied waarin dieren door natuurorganisaties - met subsidie - zijn uitgezet. Het is dus meer een gesubsidieerd safaripark dan een ongerepte wildernis, met het verschil dat binnen de hekken van de Oostvaardersplassen opgesloten dieren zoals koninkspaarden, runderen en edelherten 's winters sterven door onnodig voedseltekort of het koude winterweer. Van deze ontdekkingstocht zijn spectaculaire filmbeelden te maken, en ik ben ook absoluut benieuwd naar de film ‘’De Nieuwe Wildernis’’, maar het blijft tupperware natuur. Natuurlijk heeft Brabant prachtige natuurgebieden en het groene Brabantse landschap draagt bij aan een klimaat waar de Brabander zich thuis voelt. De plannen van Brabantse politici en natuurorganisaties voor een tupperware wildernis zijn echter vooral een kostenpost voor de Brabantse belastingbetaler.
De plannen om edelherten - met tonnen subsidie - uit te zetten in het Groene Woud en wilde zwijnen toe te staan in het Leenderbos zorgen evenmin voor een wildernis. De edelherten zullen achter gesubsidieerde hekwerken worden gehouden, waardoor het niets meer is dan een veredeld hertenkamp. Ook het feit dat hun populatie alleen middels afschotsafari’s door jagers in stand kan worden gehouden toont aan dat van de ‘’kringloop van het leven’’ geen sprake is, terwijl alternatieven zoals hormoondarten niet worden ondersteund ondanks dat er een zorgplicht is. Voor de wilde zwijnen geldt hetzelfde: ook hier zijn hekwerken noodzakelijk om verkeersongelukken, verspreiding van ziektes m.n. varkenspest en schade aan landbouwgewassen te voorkomen.