Schriftelijke vragen van de Partij voor de Vrijheid Noord-Brabant aan het college van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde.
Betreft: Windmolens op industrieterrein De Brand in 's-Hertogenbosch
Geacht college,
In Den Bosch zijn er concrete plannen voor het realiseren van een windindustriegebied bij bedrijventerrein De Brand. Gezien het geplande opgesteld vermogen van de windturbines is de provincie in dit project het bevoegd gezag.
De PVV-fractie heeft de volgende vragen aan het college:
De website van het Brabants Dagblad vermeldt vandaag het bericht ‘Den Bosch verzamelt ideeën om otter terug te krijgen in Moerputten’, waarin een duidelijke rol wordt weggelegd voor de provincie: “De provincie en Den Bosch willen kijken of het mogelijk is om op termijn de otter terug te laten keren in de Brabantse natuur.”[1]
De otter maakt samen met het edelhert, de lynx, de bever en de wisent deel uit van de ‘Big Five’ waarover Provinciale Staten op 21 september 2012 motie M11 hebben aangenomen, waarin GS wordt verzocht ‘met kracht af te zien van het door de provincie introduceren van “Big Five” in Brabant’.
Dit roept bij de PVV fractie de volgende vragen op:
In de 2eVoortgangsrapportage Ontwikkelbedrijf 2014[i]staat een opsomming van de stimuleringsmaatregelen Woningbouw voor de consument. “Stimulering van de consumentenzijde is vormgegeven door de:
-Brabantse woonlastenverzekering
-Brabantse waardebescherming nieuwbouw woningen
-Brabantse starterslening
-Brabantse verkoopgarantie”
Volgens de toelichting op Brabant.nl doet de provincie met de subsidieregeling woonlastenverzekering een duit in het zakje als je een woonlastenverzekering afsluit met het oog op risico’s als arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkloosheid. 25% subsidie wordt gegeven op de premie van de woonlastenverzekering. Met de waardebescherming nieuwbouw woningen vergoedt de provincie 50% procent van het waardeverlies als gevolg van een noodzakelijke verkoop van een nieuwbouwwoning met een maximale subsidie van €60.000. Met de Brabantse verkoopgarantie koopt de provincie woningen tegen 90% van de taxatiewaarde van twee jaar geleden. Deze woningen worden aangeboden op de markt tegen 80% en waarschijnlijk verkocht voor nog minder.Dit roept bij de PVV de volgende vragen op:
1.Deelt u de mening van de PVV dat het geen taak van de provincie is om te participeren in de financiering van verzekeringen van burgers? Zo neen, waarom niet?
2.Deelt u de mening van de PVV dat met de waardebescherming nieuwbouw woningen eigenaren van nieuwbouwwoningen worden bevoordeeld? Zo neen, waarom niet?
3.Brabantse huizenbezitters ervaren een verstorende marktwerking door het interveniëren van de provincie Noord-Brabant in de woningmarkt met vraagprijzen van 15% lager dan de vraagprijs van de vergelijkbare omliggende woningen. Hoe wil de provincie Noord-Brabant zorg dragen dat deze huizenbezitters geen hinder meer ervaren van de oneerlijke concurrentie door de nasleep van de Brabantse verkoopgarantie?
4.Doelstelling van dit voorkeursbeleid was herstel consumentenvertrouwen. In hoeverre is deze doelstelling behaald en uit welke onderzoek blijkt dat?
Wat hebben deze regelingen de Brabanders tot dusver gekost? Graag een specificatie per regeling.
Wat zijn de lessons learned voor de provincie op basis van deze regelingen?