De PVV Noord-Brabant stelt in Statenvragen dat het introduceren van de wisent (Europese bizon) in natuurgebied de Maashorst in strijd is met alle afspraken. De wisent is één van de zogenaamde 'Big Five', waarover Provinciale Staten eerder in een motie aan GS hebben opgedragen met kracht af te zien van het introduceren van deze diersoorten. Financiering hiervan is bovendien formeel uitgesloten in de subsidieregeling voor leefgebieden en past niet binnen de subsidiedoelstellingen voor de Maashorst.
"Dat de provincie hier nu toch aan meewerkt is dus tegen alle afspraken in," aldus PVV fractievoorzitter Alexander van Hattem Ook wil de PVV dat de veiligheid van bezoekers van de Maashorst gegarandeerd wordt: "Dat wisenten mogelijk risico's opleveren voor bezoekers is onacceptabel." Hierover en over andere plannen uit het Inrichting en beheerplan voor de Maashorst vraagt de PV fractie opheldering van het provinciebestuur.
Het aantal ongevallen op de A67 lijkt sterk toe te nemen en algemeen wordt gesteld dat slechts enkel verbreding van de weg soelaas zal bieden. (1) De fractie van de PVV heeft de volgende vragen aan het college:
Klopt het dat het aantal ongevallen en daarmee gepaard gaande voertuigverliesuren sinds de opheffing van het inhaalverbod voor vrachtwagens is toegenomen? Zo ja, bent u bereid met spoed bij de minister te pleiten voor herinvoering van het inhaalverbod, al dan niet zijnde een dynamisch inhaalverbod?
Is het college bereid de minister nogmaals te wijzen op de acute noodzaak van aanpak van de A67 en haar mee te delen dat “nader onderzoek” een directe aanpak geenszins in de weg mag staan? Zo nee, waarom niet?
Is het college het met de PVV-fractie eens dat in een stedelijke regio als Eindhoven – Helmond, met een groot economisch belang voor Noord-Brabant en een zeer zwaar belast wegennet, een goede bypass – al dan niet via provinciaal of gemeentelijk wegennet - onmisbaar is? Zo ja, welke (toekomstige) bypass is bij het college in beeld? Zo nee, waarom niet?
Op 26 maart stelde de PVV Noord-Brabant vragen over de huisvesting van 600 asielzoekers in als erfgoedcomplex aangemerkt klooster Groot Bijstervelt te Oirschot. Het college reageerde op per brief van 14 april 2015 op deze vragen.
Dat leidt tot de volgende vervolgvragen.
1. In de beantwoording van vraag 1 stelt het college dat het kloostercomplex in 2012 na de intakefase is afgevallen. De jaarrekening 2013 van de provincie die in het voorjaar 2014 verscheen bevatte onder meer de voortgangsrapportage van het ontwikkelbedrijf. Volgens die voortgangsrapportage zit het klooster Groot Bijstervelt in de intakefase. Hoe kan het College -gezien de jaarrekening 2013- beweren dat het kloostercomplex in 2012 is afgevallen?
2. Volgens de voortgangsrapportage van het ontwikkelbedrijf bij de begroting 2015 is de status 'Intakefase afgerond'. Vreemd genoeg hebben alle andere complexen waarvan de intakefase is gepasseerd een ander label. Ook andere voortgangsrapportages kennen het label 'intakefase afgerond' bij geen enkel project. Kan het college duidelijkheid verstrekken rondom de status 'intakefase afgerond' van klooster Groot Bijstervelt bij de begroting 2015? Wat was de uitkomst van de afronding van de intake? Waarom is er afgeweken van de reguliere labeling?
3. De PVV ontvangt graag alle documenten rondom de aanvraag, intake en besluitvorming van Groot Bijstervelt in het kader van de erfgoedcomplexen.
4.In de beantwoording van vraag 2 stelt het college dat zij de opvang van asielzoekers in een Brabants erfgoedcomplex niet uitsluit indien het past binnen de vastgestelde programmakaders en past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Ondanks deze uitspraak van passendheid vond het college als autoriteit ruimte in Noord-Brabant het niet vreemd dat ten behoeve van de huisvesting van asielzoekers in de voormalige Nassau Dietz kazerne in Budel (april 2014) de gemeente een tijdelijke ontheffing verleende om bewoning van het complex mogelijk te maken. Het ging dan weliswaar niet om een erfgoedcomplex, maar dit wekt op zijn minst de schijn dat dit principiële vraagstuk van passendheid toch niet zo principieel is voor het college als zij doet voorkomen. Is het college dan ook net als de PVV van mening dat de stellingname in de beantwoording op vraag twee slechts een wassen neus is gezien het college de kans in 2014 heeft laten lopen de gemeente aan te spreken op de planmatige passendheid van een complex?