Voorzitter, na de eerste zin van dit Statenvoorstel gelezen te hebben, was voor mij al heel veel duidelijk:
“Huidige taaie maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie, het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt en een circulaire economie, kunnen niet opgelost worden met sectorale, ééndimensionale oplossingen.”
Duidelijk een voorstel vol vaag en wollig deughipstergeneuzel, één op één voortgezet uit het beleid van de vorige linkse colleges.
De coalitiepartijen kiezen er blijkbaar vol overtuiging voor om onverminderd door te gaan en in te blijven zetten op het huidige bestuursakkoord. De nieuwe situatie qua fractie- en personele samenstelling heeft daaraan gelet op de verklaring van de VVD-fractie niets veranderd en dat maakt dit debat op zichzelf niet staatsrechtelijk urgent. Tegelijkertijd roept het continueren van dit beleid de vraag op aan de coalitiefracties waarom ze dit bestuursakkoord persé met hangen en wurgen overeind willen houden, want wat levert het nu eigenlijk op?
Voorzitter,
Het nieuwe zogenaamd centrum-rechtse college heeft een begroting gepresenteerd met een slagzin die verwijst naar de titel van het bestuursakkoord: “Samen, Slim en Slagvaardig inspelen op de toekomst”. Van inspelen op toekomstmuziek is echter geen sprake: het is vooral hetzelfde linkse deuntje van het vorige college wat de maat voert. Wie de teksten van deze begroting langs die van vorig jaar legt, ziet inhoudelijk vrijwel geen verschil. De inleidende teksten van de programma’s zijn op een enkel synoniem na identiek gebleven. Het enige opvallende verschil is te vinden bij programma 6, wat hernoemd is van “Energie, circulaire samenleving en gezondheid” naar simpelweg “Energie”. In deze begroting komt het woord ‘circulair’ ook iets minder vaak voor dan vorig jaar.