Aan het College van Gedeputeerde Staten
Brabantlaan 1
5216 TV 's-Hertogenbosch
's-Hertogenbosch, 23 mei 2014
Vragen van de Partij voor de Vrijheid Noord-Brabant aan het college van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde.
Betreft: Afvalscheiding bestraft in Brabant
Op NOS.nl[1] [2] is in diverse artikelen te lezen dat Eindhoven, Vught en andere Brabantse gemeenten worden beboet omdat deze gemeentes minder afval aanleveren doordat er beter gescheiden afval wordt ingezameld.
Op vrijdag 11 april 2014 hebben Provinciale Staten hun wensen en bedenkingen kenbaar gemaakt bij de voorgenomen verkoop van de aandelen Attero aan Waterland. Bij dit debat zijn -breed gedragen- vele zorgen geuit over de potentiële boetes die gemeentes boven het hoofd hingen.
Het College heeft vooraf geweigerd om duidelijke cijfers te verschaffen over de potentiële boetes, en in het debat heeft het College aangegeven geen aanwijzingen te hebben dat er boetes zullen worden geheven. Het college heeft tevens daarbij aangegeven ervan overtuigd te zijn dat Waterland een integere partij is.
Geacht college,
De PVV heeft u in september 2013 gevraagd naar de totale kosten van het project Culturele Hoofdstad inclusief gelieerde en bijbehorende projecten en subsidies. Het college heeft een inventarisatie van de kosten tot september 2012 aangeleverd. Bij de evaluatie van het project Culturele Hoofdstad is aangegeven dat de financiële verantwoording over het project (deze bewoording suggereert niet slechts een deel van het project) volgt bij de jaarrekening 2013 van de provincie en het college herhaaldelijk bevraagd over een gedetailleerde financiële verantwoording van culturele hoofdstad 2018. In de jaarrekening 2013 is enkel een totaalbedrag genoemd voor 2013.
Technische vragen van de PVV om een totaaloverzicht van de kosten te mogen ontvangen zijn niet beantwoord. Ook bij de behandeling van de jaarrekening 2013 in provinciale Staten heeft de gedeputeerde geweigerd financiële verantwoording af te leggen.
Dit terwijl uit correspondentie met de organisatie blijkt dat aanbestedingen niet altijd volgens de geldende procedures zijn verlopen. Ook gaf de ambtelijke organisatie in maart 2014 aan dat naar verwachting maart/april 2014 de jaarrekening en rapportage van de stichting over 2013 zou kunnen worden vastgesteld. De gedeputeerde gaf in de Statenvergadering van 16 mei aan dat er nog aan de jaarrekening gewerkt wordt.
Dit roept de volgende vraag op:
Met vriendelijke groet,
PVV Noord-Brabant
Patricia van der Kammen
Mariëtte Frijters-Klijnen
Voorzitter,
Deze week kreeg ik een signaal van de omwonenden van het nieuwe windturbinepark Laarakkerdijk in Reusel, dat vandaag 16 mei ons Noord-Brabantse provinciebestuur in het kader van het wederzijdse grensoverleg met het provinciebestuur van Antwerpen zal overleggen.
In samenspraak met de Vlaamse gemeente Arendonk zou de Antwerpse deputatie het windmolenpark Laarakkerdijk op de agenda willen zetten en bespreken. Dit windmolenpark komt namelijk pal tegen de Belgische grens te liggen, op steenworp afstand van de Arendonkse wijk de Rode Del. De gemeente Arendonk zou zeer ontevreden zijn dat er met de inwoners van de Rode Del geen rekening wordt gehouden.
Mijn eerste vraag is dan ook:
Klopt het dat er vandaag een overleg met de provincie Antwerpen plaatsvindt en staat het windmolenpark Laarakkerdijk daar op de agenda? Zo ja, welk standpunt zal daar door of namens GS verkondigd worden?
Verder melden de omwonenden dat de werkzaamheden voor de aanleg van het windturbinepark inmiddels zijn gestart, terwijl er nog geen omgevingsvergunning beperkte milieutoets is afgegeven.
Mijn tweede vraag is of u hiermee bekend bent en of deze constateringen kloppen. Zo ja, bent u bereid om bij de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant opheldering te vragen waarom hier zonder noodzakelijke omgevingsvergunning werkzaamheden plaatsvinden en dit niet wordt gehandhaafd?