Voorzitter, de ZRK heeft degelijk onderzoekswerk verricht, en daarvoor veel dank, maar wat de PVV betreft mogen de conclusies en aanbevelingen wel wat zwaarder worden aangezet.
Maar laten we eens beginnen met uiteenzetten waar we het over hebben. Externe inhuur -zeg maar personeel dat niet op de loonlijst van de provincie staat - daar hebben de toenmalige PS in 2010 een maximale kostennorm aan verbonden. Maar naast deze externe inhuur worden er ook producten ingekocht die eigenlijk zeer vergelijkbaar zijn met het inhuren van externe arbeid, maar ergens anders in de boekhouding worden verantwoord en daarom ook niet onder de maximering vallen. En juist díe kosten zijn explosief gestegen de afgelopen jaren, denk aan de inkoop van allerlei onderzoeksrapporten, communicatie-adviezen, het maken van infographics, adviesrapporten en allerlei ander uitbesteed werk. Die kosten zouden duidelijk onderdeel moeten uitmaken van de post organisatiekosten, oftewel de kosten die de provincie maakt om het werk te leveren dat nodig is voor het realiseren van de doelen. We komen daarop terug.
Volgens het statenvoorstel Reglement op de Platforms moet er een vergaderorde voor de platforms geformaliseerd worden. Dat klinkt mooi, máár voorzitter: wérd er nou ook maar iets geformaliseerd. Het gaat hier echter alleen maar over wie in het platform mag zitten, dat er een voorzitter moet worden gekozen en dat de griffie de boel ondersteunt. Het gaat níet over een quorum, het gaat níet over verslaglegging, het gaat níet over de wijze van besluitvorming (bijvoorbeeld adviezen aan PS, of wijzigingen in de P&C cyclus, of afvaardiging voor een of ander snoepreisje). Daarmee is dit reglement nietszeggend.
Voorzitter, volgens dit statenvoorstel worden "dé verzoeken om een tweede tranche hybride leningen" van de Provincie aan de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank behandeld. De woordkeuze is interessant: "dé verzoeken om een tweede tranche". Deze woordkeuze veronderstelt het kennelijke voor de hand liggen van een vervolg op een eerdere lening. Het suggereert dat GS kennelijk op de hoogte was dan wel op zijn minst niet verbaasd over een additioneel verzoek om geld, nadat we in 2015 reeds 150 miljoen euro publiek geld bij deze banken hebben beleend.