Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op vrijdag 31 oktober 2014, behandelende de Kredietvotering en het PIP van de N69:
 
constaterende dat:
 
- de Brabantse Milieu Federatie, nader te noemen “BMF”, gezien de slechts € 7.000 (begroting 2014) aan (te) ontvangen donaties, zijnde minder dan 1% van de totale inkomsten, nagenoeg geen draagvlak heeft
 
overwegende dat:
 
- de BMF zelden tot nooit iets anders te melden heeft dan de provinciale GroenLinks-, D66- en PvdA-fracties
 
verzoeken het college:
 
- de BMF gelegenheid te geven zienswijzen in te dienen, net zoals iedere andere Brabander of Brabantse instantie dat kan
- de BMF niet meer uit te nodigen als gesprekspartner op welk vlak dan ook
 
en gaat over tot de orde van de dag
 
PVV Noord-Brabant
 
Harry van den Berg
Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op vrijdag 31 oktober 2014, behandelende de Kredietvotering en het PIP van de N69:
 
constaterende dat:
 
- er een overlegtafel was met vele partners die geen direct belang hebben in het project N69
- er een waaier aan oplossingsrichtingen was, hetgeen gecombineerd met een waaier aan belangengroepen een enorm stuk kostbare vergadertijd en rapportages vergt
 
overwegende dat:
 
- een overleg met alleen belanghebbenden, zijnde in geval van de Westparallel, de gemeenten waar de weg doorheen loopt, de Provincie, Rijkswaterstaat en de grondeigenaren, een veel effectiever overleg oplevert
- een duidelijk voorkeursalternatief vanuit de opdrachtgever wenselijk is, eventueel aan te passen naar varianten die door de gesprekspartners worden ingebracht
- een ieder, dus ook de overige partijen in de N69- / Westparallelcasus, zienswijzen in kan dienen
 
verzoeken het college:
 
- bij volgende projecten meteen de eigen voorkeursvariant(en) aan te geven en op basis hiervan alleen in overleg te treden met de direct belanghebbenden en voor overige partijen het indienen van zienswijze(n) te adviseren. Op basis hiervan kan men met de direct belanghebbenden tot een definitief voorstel komen
 
en gaat over tot de orde van de dag
 
PVV Noord-Brabant
 
Harry van den Berg

Geacht college,

Een gepubliceerd rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)1 bevestigt de belemmerende en frustrerende invloed van de EU op het autonoom ontwikkelen van beleid door zowel Nederland als de provincies. Op het gebied van ruimtelijke ordening zou het Rijk als communicatieschakel met Brussel noodzakelijk blijven, omdat de kaders van beleidsvorming vanuit de EU zo alomvattend zijn, dat provincies – of provinciale lobby’s – dit niet alleen kunnen behappen. Deze constatering roept bij de PVV de volgende vragen op:

1. Bent u bekend met het bericht "Regie Rijk is nodig op ruimtelijke regels"?[1]

2. Welk bedrag is er jaarlijks gemoeid met de Noord-Brabantse lobbyactiviteiten, in welke vorm dan ook, in Brussel? Graag een compleet overzicht.

3. Bent u bereid de lobby vanuit de provincie te staken en de besparing te gebruiken voor lastenverlichting voor de Brabanders, bijvoorbeeld door een structurele verlaging van de opcenten? Zo neen, waarom niet?

4. Het PBL stelt in het rapport 'De Europeanisering van de Nederlandse ruimtelijke ordening'[2] dat de Nederlandse ruimtelijke ordening steeds meer door Europa wordt bepaald. Klopt deze constatering ook voor Noord-Brabant? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe merkt de provincie dit op het gebied van wet- en regelgeving?

5. Is er sprake van extra kosten bij het naleven van Europese regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven om hoeveel kosten het gaat?

6. Herkent de provincie zich in het bestaan van knelpunten, zoals het PBL dit noemt, binnen het Brabants ruimtelijk beleid veroorzaakt door Europese regelgeving? Zo ja, vind het college het bestaan van deze knelpunten wenselijk of acceptabel? Zo nee, hoe kan het dan dat het PBL deze knelpunten wel signaleert?

7. Verdrag technisch is er geen enkele basis voor het zich toe-eigenen van beleid inzake ruimtelijke ordening door de EU, ruimtelijke ordening is immers nadrukkelijk een competentie van de lidstaten zelf. Toch constateert nu ook het PBL dat de EU steeds meer bepaalt op dit beleidsterrein.

Bent u het met de PVV eens dat de provincie Noord-Brabant wat betreft ruimtelijke ordening zijn eigen wet- en regelgeving (al dan niet in overeenstemming met en enkel in het kader van de Nederlandse Rijksoverheid) moet kunnen opstellen, en daarvoor dus niet gehinderd zou moeten worden door Brusselse bemoeienis? Zo neen, waarom niet?

8. Bent u het met de PVV eens dat de constatering van het PBL, dat er dankzij de EU een grens is aan de decentralisatie van de ruimtelijke ordening, feitelijk een zeer onwenselijke situatie vormt en leidt tot een ongewenste belemmering bij het opzetten van autonome Brabantse beleidsvorming? Zo neen, waarom niet?

Namens de PVV Noord-Brabant,

Patricia van der Kammen

Alexander van Hattem

[1] http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/regie-rijk-is-nodig-op-ruimtelijke-regels.9351779.lynkx

http://www.binnenlandsbestuur.nl/Uploads/2014/5/PBL-2014-Europeanisering-Nederlandse-RO-Bevindingen-1474--1-.pdf