Voorzitter, de PVV vindt dat de provincie niet voor bankier moet spelen dat vinden we ook in het geval van Pukkemuk, een prachtig bedrijf dat wij ondanks ons standpunt een warm hart toedragen.
Onze mening neemt niet weg dat wij het nog méér van belang vinden dat de provincie ondernemers gelijk behandelt. Daar is hier geen sprake van.
Het extern bureau Zanders, vaste treasury-adviseur van de Provincie, waardeert het faillissementrisico voor Pukkemuk met een B1, oftewel een kans van 2,75% op faillissement. Ambtelijk wordt vervolgens achter de schermen die B1 aangepast naar een B3, zodat het faillisementsrisico plotseling zogenaamd meer dan 11% is. Met als gevolg dat Pukkemuk een belachelijk hoge rente moet gaan betalen.
Voorzitter de slotnota betreft de laatste begrotingswijziging van 2022 en een flink aantal wijzigingen voor de jaren daarna.
Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden de laatste paar jaar afgedaan in statenmededelinkjes, waardoor PS onvoldoende in stelling komen. De financiële autorisatie door PS wordt daarbij pas naderhand ergens in een begrotingswijziging geregeld, op één hoop met talloze andere financiële wijzigingen, en evident als mosterd na de maaltijd.
Voorzitter hier staan we weer.
In 2017 zei de PVV al dat deze zogenaamde transitie veehouderij onhaalbaar was.
Toen zei ik het volgende: “De boeren gaan de komende jaren door de aankomende stikstof maatregelen een bak extra regelgeving vanuit de EU en Den Haag over zich heen gestort krijgen.
En waarom wil deze provincie ook hieraan meedoen? Waarom wilt u de Brabantse kleine gezins- en familiebedrijven opzadelen met nog meer doorgeslagen milieuregelgeving?