De PVV in de Provinciale Staten heeft met verbijstering gereageerd op de
het feit dat maar ongeveer 75 miljoen beschikbaar is voor directe uitgaven
aan cultuur voor Culturele Hoofdstad 2018. Dat blijkt uit de
bespreekstukken van de provincie rondom de oprichting van een stichting
voor de organisatie van Brabantstad Culturele Hoofdstad.
PVV-Statenlid Mariëtte Frijters-Klijnen: “Uit beantwoording van technische
vragen bleek dat zo’n 25 miljoen euro van de beschikbare 100 miljoen voor
Culturele Hoofdstad 2018 besteed kan en gaat worden aan zaken als marketing
en organisatiekosten. Ook de riante vergoedingen van de bestuurders vallen
dus onder deze kostenpost. We spreken dan over dagvergoedingen van 1500
euro Dat is dus wel anderhalf keer zoveel als een AOW’er per maand
ontvangt! Leg dat maar eens uit, ik kan het niet. Een bestuurder vangt dus
omgerekend een maandsalaris van zo'n 30.000 euro! Ronduit beschamend vinden
wij dat!"
Zij vervolgt: “Tot nu toe is de Brabander voorgehouden dat er 100 miljoen
beschikbaar zou zijn voor Culturele Hoofdstad. Als je het gegraai van de
bestuurders en de overmatige kosten van de stichting niet meerekent, dan
zou je inderdaad deze indruk kunnen krijgen. Dat er zoveel aan de
strijkstok blijft hangen is de Brabantse belastingbetaler niet verteld.
Overigens wisten wij op basis van een onderzoek al dat de Brabanders niet
op dit project zitten te wachten, en wij geven ze groot gelijk."
Reden om Gedeputeerde Staten om een uitleg te vragen middels statenvragen:
Door onze fractie zijn op 31 augustus 2011 vragen gesteld over oprichting van een stichting ten behoeve van Culturele Hoofdstad. Deze vragen zijn door u op 20 september 2011 beantwoord onder kenmerk C2045300/2801620. Het antwoord op vraag 5 luidt als volgt: "Het instellen van een stichting waarborgt een transparante en efficiënte organisatievorm om de kandidaatstelling voor BrabantStad voor te bereiden. De opdracht aan de stichting wordt momenteel uitgewerkt. Deze ligt ter bespreking bij u voor in de commissievergadering van december a.s." Het blijkt echter dat de bespreking op 9 maart 2012 plaats vindt in de Commissie CS, zonder dat de commissieleden zijn ingelicht over de vertraging. Dit voorbeeld leidt tot de volgende vragen van de PVV fractie.
Mariëtte Frijters-Klijnen, plaatsvervangend fractievoorzitter PVV Provinciale Staten, meent dat dit artikel niet duidelijker had kunnen illustreren wat voor vieze spelletjes er gespeeld worden om subsidie binnen te halen. "De heer Boelhouwer geeft zelf aan dat zijn verkiezing als voorzitter van de hockeyclub mede gelegen is in het feit dat hij als politicus warme contacten heeft en onderhoudt in het Provinciehuis, met name met gedeputeerde Van Haaften. Dit zou een voordeel zijn om miljoenen subsidie binnen te kunnen harken."
De heer Boelhouwer gaat er in dit artikel van uit dat de subsidie zowat al in de knip is, terwijl er nog geen enkele beslissing is genomen.
De PVV in Noord-Brabant is van mening dat dit soort ons-kent-ons mentaliteit zo snel mogelijk de kop moet worden ingedrukt. Een dergelijke opstelling en uitspraken zoals van de heer Boelhouwer zouden zelfs een reden kunnen zijn om geheel geen subsidie aan een vereniging te willen verstrekken, omdat er bij eventuele toekenning toch altijd een zweem van vriendjespolitiek aan blijft kleven.
Het artikel gaf aanleiding om hierover de volgende Statenvragen te stellen: