Op 13 mei 2014 heeft de PVV vragen gesteld over de opvang van asielzoekers in de voormalige Nassau-Dietzkazerne Budel. Naar aanleiding van de Statenvragen verscheen in het Brabants Dagblad een artikel[i]. Gedeputeerde Van den Hout heeft over deze Statenvragen reacties gegeven via zijn Twitteraccount (@Johanvandenhout, gedeputeerde Ecologie en handhaving Provincie Noord-Brabant).[ii][iii]
Dit roept de volgende vragen op:
1.Is het college op de hoogte van de reacties van de gedeputeerde?
2.Spreekt gedeputeerde Van den Hout namens het college? Zo ja, moeten zijn reacties beschouwd worden als een antwoord op de Statenvragen?
Uit berichten in de media blijkt dat de gemeente Cranendonck is benaderd door het COA om toestemming te verlenen voor de opvang van 900 asielzoekers in de voormalige Nassau-Dietzkazerne te Budel.
Dit roept bij de PVV fractie de volgende vragen op:
1.Kloppen deze berichten?
2.Uit het kaartmateriaal bij de Verordening Ruimte valt op te maken dat de kazerne is gelegen in de EHS (en deels in de Groenblauwe mantel). Is deze constatering juist?
Uit het vigerende Bestemmingsplan Buitengebied 2009 van de gemeente Cranendonck blijkt dat de kazerne valt onder de bestemming Maatschappelijk-Militaire Zaken. Volgens artikel 12.1 van de bestemmingsplanregels is deze bestemming bedoeld voor "defensiedoeleinden, militaire legering" en ter plaatse de aanduiding "natuurwaarden" mede voor het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden. Bewoning valt hier (behoudens maximaal 2 dienstwoningen) niet onder. Het huisvesten van 900 asielzoekers is echter wel een vorm van bewoning. In artikel 12.5.1 van de planregels is bewoning m.u.v. dienstwoningen en legering van militairen aangemerkt als strijdig gebruik. In het plan zijn geen flexibiliteitsregels opgenomen ter ontheffing van deze vorm van strijdig gebruik. Dit zal betekenen dat voor de eventuele huisvesting van asielzoekers op dit terrein een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is.
Volgens artikel 5.1 lid 1 Verordening Ruimte dient een bestemmingsplan gelegen in de EHS te strekken tot "behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van het gebied". Sub c van dit artikel bepaalt dat zolang de EHS niet is gerealiseerd de bestaande planologische gebruiksactiviteiten zijn toegelaten. Bij het huisvesten van 900 asielzoekers op dit terrein is echter sprake van een wijziging van planologische gebruiksactiviteiten.
3. Bent u het met ons eens dat de huisvesting van 900 asielzoekers in de EHS niet bijdraagt aan de ontwikkeling van natuurwaarden? Zo nee, waarom niet?
4. Deelt GS de mening dat bij een daartoe strekkende wijziging van het bestemmingsplan sprake is van strijdigheid met de VR? Zo nee, waarom niet?
5. Bent u bereid om aan de gemeente Cranendonck vooraf duidelijk te maken dat de huisvesting van asielzoekers in deze kazerne onwenselijk is en u bij een eventuele bestemmingsplanwijziging hiertoe een aanwijzing zult moeten geven? Zo nee, waarom niet?
De provincie Noord-Brabant verleent 1 miljoen euro subsidie aan energiecoöperaties voor alleen het coördineren van woningisolatie. In een summiere memo verklaart SP-gedeputeerde Johan van den Hout dat de fors neerwaarts bijgestelde prestatie nog steeds kosteneffectief is. 1 miljoen euro is vrijgemaakt voor het faciliteren van woningisolatie voor 2.000 woningen. PVV-Statenlid Joyce Kardol vindt het voorstel belachelijk: 'Papierwerk zou niet onder subsidieregeling moeten vallen''. Recentelijk is gebleken dat de proceskosten niet realistisch zijn geraamd en is de prestatie eenvoudig met factor 5 verlaagd, wat betekend 500 euro subsidie per woning voor het faciliteren van de woning echter exclusief de isolatie. Het isoleren zelf gebeurt marktconform en zonder provinciale subsidie. ''Een goed voorstel voor de portemonnee van de energiecoöperaties, echter niet voor de Brabantse belastingbetaler. De provincie en SP-gedeputeerde zouden zich moeten focussen op haar kerntaak en niet met strooien met Brabants belastinggeld aan energieprojecten die heel goed door de commerciële instellingen kunnen worden opgepakt'' aldus Kardol. De werkgelegenheidsimpuls voor de bouw wordt met deze maatregel ook nog met factor 5 verlaagd. Volgens de PVV is echter nergens geborgd dat het dringend tekort van deze banen ook ten goede komt aan de Brabantse jongeren en niet aan goedkopere arbeiders uit andere EU-landen zoals Polen, Roemenië en Bulgarije. In de Statencommissie heeft de PVV als enige partij tegen deze begrotingswijzing gestemd en zal dit ook uitdragen tijdens de bespreking van de P&C cyclus.
In de Statencommissie Ecologie en Ruimte van 25 april is door de PVV-fractie aangegeven de aangekondigde rondvraag schriftelijk in te zullen dienen. Deze Statenvragen vervangen de betreffende rondvraag.
In het Eindhovens Dagblad van 16 april was te lezen dat de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant (ODZOB) op zoek is naar nieuwe huisvesting. Het huidige gebouw is verkocht en het huurcontract hiervan eindigt op 1 januari 2016. Tegelijkertijd zou eventuele verlenging van dit huurcontract mogelijk kunnen zijn, óf een verhuizing. Vorig jaar heeft de PVV-fractie nog vragen gesteld over de verbouwing van het huidige kantoor: er is toen € 25.000,- besteed voor verbouwing van vloeren en wanden en het aanpassen aan de nieuwe huisstijl, welke werden omschreven als ‘investeringen’.
Dit roept bij de PVV-fractie de volgende vragen op:
1. Klopt het bericht in het ED? Zo nee, wat is volgens u dan de correcte weergave van de situatie?
2. Zijn er bij de verkoop van het pand afspraken gemaakt over de overname van de door ODZOB gemaakte investeringen, zijnde de verbouwingen van vloeren en wanden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
3. Vindt u deze verbouwingskosten verantwoord, gelet op de korte contracttermijn?
4. Kunt u uitsluiten dat bij een eventuele nieuwe locatie forse verbouwingskosten worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Bij brief van 13 januari 2014 heeft de PVV schriftelijke vragen gesteld die op 4 februari zijn beantwoord via kenmerk 3528666. Deze beantwoording waarbij geconstateerd wordt dat een antwoord op een vraag ontbreekt evenals verkregen aanvullende informatie, is aanleiding tot de volgende vervolgvragen.
1. In vraag 3 informeert de PVV onder meer naar de verwachting van het college over het effect van het heffen van entreegeld op de toegankelijkheid van het monument. Het college beantwoordt deze vraag niet. De PVV ziet graag alsnog een antwoord tegemoet.
2. In het antwoord op de vraag of het college de mening van de PVV deelt dat in beginsel geen entree mag worden geheven voor een bezoek aan een zo belangrijk historisch monument constateert u dat het Anne Frankhuis en de gedenkplaats Westerbork eveneens entree heffen. Het Anne Frankhuis heeft geen buitenplaats met asputten. Gedenkplaats Westerbork heeft een buitenplaats die gratis toegankelijk is en waar alleen entree geheven wordt in het herdenkingscentrum. Bent u het eens met de PVV dat derhalve uw vergelijking mank gaat? Zo nee waarom niet? Bent u aldus bereid om te bewerkstelligen dat analoog aan Westerbork de buitenplaats van Kamp Vught gratis toegankelijk blijft? Zo nee, waarom niet?
In de subsidiebeschikking van 17 december 2012 aan Nationaal Monument Kamp Vught is de voorwaarde opgenomen dat de entree niet geldt voor scholieren, oud-gevangenen en nabestaanden. In de beantwoording van vraag 4 antwoordt u: “Daarom zijn wij voor de periode 2012 -2015 met het Nationaal Monument Kamp Vught overeengekomen dat zij in geen geval entree heffen voor scholieren, oud-gevangenen en nabestaanden. Dit betekent overigens niet dat er geen kosten in rekening mogen worden gebracht voor rondleidingen of voor educatieve programma’s.” Informatie verkregen bij de directie van Kamp Vught en hun site[i][ii] leert dat individuele scholieren entree moeten betalen. Alleen in groepsverband, aangemeld via een school en tegen betaling van een aanzienlijk bedrag door de school is de entree voor scholieren gratis.
3. Zijn de aanvullende voorwaarden die van toepassing zijn op het bezoek van scholieren aan Kamp Vught een juiste uitwerking van de voorwaarde die GS in de subsidiebeschikking voor de gratis toegang voor scholieren voor ogen had? Zo nee, is GS bereid om hernieuwd met de directie in gesprek te gaan om dit te repareren? Zo niet, waarom niet?
4. Bent u met de PVV van mening dat elke scholier in Brabant kennis moet nemen van de verschrikkingen die hebben plaatsgevonden in Kamp Vught? Zo nee, waarom niet? Niet elke school is bereid of in staat om hun leerlingen in de gelegenheid te stellen om Kamp Vught te bezoeken. Bent u het met de PVV eens dat een financiële drempel de toegankelijkheid tot zo een belangrijk monument beperkt? Zo nee, waarom niet?
Op de A67 bij staat bij Bladel voor het eerst een bord op Brabants grondgebied, waarop de kosten voor de belastingbetaler van een project duidelijk te zien zijn (7,8 miljoen euro voor een ecoduct). Dit tot tevredenheid van PVV-fractielid Harry van den Berg, die vorige maand in een initiatiefvoorstel om vermelding van projectkosten op provinciale borden vroeg.
“De PVV vindt het de normaalste zaak van de wereld om de belastingbetaler actief te informeren over de kosten van allerlei gesubsidieerde projecten. Echter, bij behandeling van het, op de PVV na, unaniem afgeschoten voorstel werd duidelijk dat veel partijen angst hadden dat de Provincie hierdoor als “Flappentap” gezien zou worden. GroenLinks hield zelfs haar hart vast voor de weerstand die er zou komen als de kosten voor al haar linkse en groene hobby’s duidelijk worden gemaakt”.
Van den Berg heeft naar aanleiding van de plaatsing van dit bord enkele vragen opgesteld voor het provinciebestuur, waarin ook het breed gesteunde CDA-alternatief voor de plaatsing van QR-codes in plaats van bedragen aan de orde wordt gesteld: “Dat gaat namelijk niet werken, kan zelfs gevaarlijk zijn”.
Spreektekst commissievoorstel Ecologie en Ruimte 25 april 2014
5.B.1 Begrotingswijziging Faciliteren van woningisolatie in kader van werkgelegenheidsimpuls
Bij de najaarsbrief 2013 was de PVV al geen voorstander om belastinggeld te investeren voor het opzetten van organisaties bij 5 energiecoöperaties die vervolgens de woningbouwisolatiemaatregelen gaan coördineren. Dat uit recente ervaringsgegevens van het Rijk blijkt dat geen van de projecten de beoogde prestatie bereikt is voor de PVV dan ook een bevestiging dat de provincie dit gehele energieproject aan de markt moet overlaten. Subsidies waren toch zo goed als verleden tijd?
Met voorliggend begrotingswijziging wordt verzocht de prestatie met factor 5 lager bij te stellen én het subsidiebudget intact te laten. Kortom de energiecoöperaties krijgen 1 miljoen euro subsidie, echter hoeven hier maar de isolatie van 2.000 woningen voor te coördineren i.p.v. 10.000. Een goed voorstel voor de energiecoöperaties, echter niet voor de Brabantse belastingbetaler. De all-in kosten om eigenaren te interesseren voor woningisolatie bedraagt maar liefst 500 euro per woning. Op basis van welke gegevens wordt de verlaging met factor 5 voorgesteld en waar is deze hoge kostprijs op gebasseerd? Graag deze informatie via een memorie van antwoord beschikbaar stellen aan de commissie.
De werkgelegenheidsimpuls voor de bouw wordt met deze maatregel ook nog met factor 5 verlaagd. Echter hoe is er geborgd in de overeenkomsten dat deze impuls ook ten goede komt aan Brabantse jongeren en niet goedkope Poolse en Bulgaarse bouwvakkers?
Het Rijk heeft onlangs de woningisolatie al opgepakt, beter voorstel is derhalve om de provinciale ambitie voor dit energieproject bij te stellen van 1 miljoen euro naar géén subsidie en dit belastinggeld te investeren in prioriteiten waar alle Brabanders profijt van hebben, zoals monumenten restauratie i.p.v. een selectief groepje energiecoöperaties te spekken.
Afgelopen maand organiseerde de provincie Noord-Brabant voor het traineeprogramma De Toekomst van Brabant een voorlichtingsavond specifiek voor ''biculturele trainees''.
De provincie bevoordeelt een bevolkingsgroep door deze aparte werving, aldus de PVV.
''Het bewust bevoordelen van bevolkingsgroepen is een vorm van discriminatie en niet te tolereren. Biculturele trainees kunnen best aansluiten bij reguliere voorlichtingsavonden'', aldus PVV Statenlid Joyce Kardol. De PVV heeft al meermaals aangegeven positieve discriminatie ongewenst te vinden.
''Door deze specifieke werving wordt niet de Brabander centraal geplaatst, maar diversiteit en biculturalisme. Het streven moet gericht zijn op het aantrekken van kwaliteit en de juiste ambitieuze persoon op de juiste plaats met name in deze tijd van hoge (jeugd)werkeloosheid'', stelt Kardol.
De PVV heeft de provincie Noord-Brabant middels Statenvragen verzocht om per direct het discriminerende voorkeursbeleid te staken.
Zowel vanuit het kabinet als door Rijkswaterstaat wordt er geknaagd aan de inhaalverboden voor vrachtwagens in Noord-Brabant. "Met argumenten als colonnevorming en geen verbetering in doorstroming probeert men het her en der nog geldende inhaalverbod te laten vervallen", aldus woordvoerder Harry van den Berg.
"Fijn dat onderzoeken problemen aangeven, de praktijk wijst hier niet op. Als vrachtwagens voldoende afstand houden is er geen probleem. Het inhaalverbod voor vrachtwagens zal een hoop ergernis over soms riskant en vaak tergend langzaam inhalende vrachtwagens en onnodig brandstofverbruik door het veelvuldig remmen en optrekken van auto's wegnemen".
De PVV-fractie zal in de komende Statenvergadering een motie voor uitbreiding van het inhaalverbod voor de meeste Brabantse hoofdwegen indienen.
In De Gelderlander van 8 april jl.[i] valt te lezen dat in Brabant twintig gemeenten in de regio’s De Peel, De Kempen en De Baronie in aanmerking komen voor urgentiegebieden. Daarnaast kunnen andere gemeenten via de provincie ook de hulp inroepen van het zogeheten ‘’urgentieteam’’. Dit urgentieteam is vanuit het Brabantberaad opgericht en kost de provincie Noord-Brabant voor de resterende 9 maanden van dit jaar €1.157.000. De PVV heeft naar aanleiding van dit artikel de volgende vragen:
1. Hoe kan het dat de media eerder geïnformeerd zijn over het zogeheten urgentieteam dan de Statenleden? Waarom wordt vooruit gelopen op bespreking van dit onderwerp in de betreffende Statencommissie later deze maand?
2. In het artikel is te lezen: ‘’In het urgentieteam zitten de volgende personen: Henk Jans (arts GGD), Herman Litjens (ZLTO), Geert Verstegen (BMF), Theo van de Ven (gemeenten ZO Brabant), Marco Peeters (Omgevingsdienst ZO), Mechie Beurskens (gemeenten NO Brabant, ambtenaar in Sint Anthonis), Ton Hermanussen (Omgevingsdienst NO), Jan Buys (provincie), Hans van Dommelen en Jack van Dijck (Netwerk de Peelhorst).’’ Ontvangen deelnemers van het urgentieteam een vergoeding of vallen deze werkzaamheden binnen hun reguliere functie(s)? Indien er sprake is van vergoedingen, hoeveel bedragen deze en welke ureninzet staat daar tegenover? Graag zien we hiervan een duidelijk overzicht toegevoegd.
3. Kan het college een heldere en volledige specificatie van de van de € 1.157.000 kosten over de 9 maanden geven? Zo neen, waarom niet? Uit welke begrotingspost worden deze kosten afgedekt?
4. Het college heeft tijdens een Statenvergadering aangegeven dat de expertise van PvdA-er Felix Rottenberg tijdens het Brabantberaad erg op prijs werd gesteld en dat bij toekomstige beraden over de Brabantse intensieve veehouderij zijn assistentie wellicht weer wordt ingeroepen. Is al bekend of deze gedachtegang zijn weg gaat vinden naar de praktijk? Zo ja, welke kosten zullen er in 2014 gemoeid zijn bij de vergoeding en welke kosten zijn er in 2013 en 2012 gemoeid geweest bij de vergoedingen voor de heer Rottenberg?
Deze coalitie houdt van veranderen. Dat is op zichzelf helemaal niet erg. Sterker, als een beter product resulteert dan wat je oorspronkelijk in elkaar had gezet, dan is dat zelfs wenselijk. Zorgwekkender is het echter als het resultaat van de veranderingsdrang een slecht product is. In de gedaante van een nieuw reglement voor de rekeningcommissie is daarvan helaas sprake. Voorzitter, wat ging vooraf? In januari 2013 bedachten de coalitiepartijen dat ze -heel belangrijk- een separate Rekeningcommissie in het leven wilden roepen voor financieel technisch overleg van de woordvoerders financiën. Binnen de bestaande commissie Mobiliteit en Financiën de woordvoerders financiën periodiek hiervoor bijeen roepen was kennelijk veel te moeilijk en een veel te bureaucratische gedachte. Daarom moest er lekker eenvoudig een nieuwe commissie komen, compleet met verordening die de regels voor deze commissie bevatte.
Voorzitter, Het college van GS wil Attero verkopen, en vraagt aan PS hier geen wensen of bedenkingen bij te hebben. De PVV fractie heeft wel bedenkingen. Afvalverwerking wordt niet als een kernactiviteit van de provincie gezien. Dat is op zichzelf een prima standpunt. Echter als GS geconfronteerd wordt met bezwaren van gemeentes betreffende de problematiek van mogelijk toekomstige boetes wegens onderaanlevering van afval, dan zegt GS doodleuk dat de gemeentes deze taak dan maar hadden moeten oppakken en Attero hadden moeten kopen. Alsof het dus wel een gemeentelijke taak zou zijn.
Vz, Het voorliggende initiatiefvoorstel van de PvdA is er op gericht om in de waterschapsreglementen het aantal geborgde zetels te verminderen. De historische grondslag van deze geborgde zetels ligt in de trits "belang – betalen – bepalen" en stamt uit de tijd van de kleinschalige waterschappen en heemraden, waar de eigenaren – de zogenaamde ingelanden - van grond en opstallen in een bepaald gebied, bijvoorbeeld een polder, directe zeggenschap hadden op het waterbeheer in dit gebied. Daarvoor werden de kosten evenredig verdeeld. Een systeem van kleinschaligheid en betrokkenheid wat eeuwenlang uitstekend werkte. Door de enorme schaalvergroting en de fusies van de waterschappen in de afgelopen decennia zijn de eigenaren steeds verder van het waterbeheer af komen te staan. Voor directe betrokkenheid kwam relatief anonieme vertegenwoordiging en afvaardiging door belangenorganisaties in de plaats. Er werden voor tientallen miljoenen euro's nieuwe kantoren gebouwd en een dijkgraaf was niet langer een man die met de poten in de modder staat en bij nacht en ontij de dijken bewaakt, maar een dikbetaalde bestuursbobo. Met deze schaalvergroting werd ook het takenpakket van de waterschappen verder uitgebreid: natuurontwikkeling, EU-projecten en ontwikkelingshulp werden onderdeel van het beleid van de waterschappen, terwijl dit geen vanzelfsprekende kerntaken zijn. Ondertussen bleef in het waterschapsbestuur het aantal zetels is afhankelijk van het relatieve belang en van de financiële bijdrage die een categorie levert. De PvdA stelt in haar initiatiefvoorstel dat deze verhoudingen aan het veranderen zijn. Maar niet alleen de verhoudingen zijn veranderd, maar dus ook de directe betrokkenheid.
Voorzitter, de PVV is voor het behoud van erfgoedcomplexen in Brabant, maar niet tegen elke prijs en zeker niet als er nogal wat risico’s aan kleven.
Wat de kantoorvilla betreft, hebben wij respect voor de eigenaar en kunnen wij eventueel onder voorwaarden akkoord gaan met de investering. Dat ligt anders
bij het opknappen van de sheddaken.
Tijdens ons bezoek aan het Bergosscomplex op 31 januari jl. antwoordde de gedeputeerde op de vraag: Waarom moet de provincie participeren? Met “Investeerders en commerciële partijen haken af aan de voorkant omdat ze geen risico willen nemen. De provincie kan wel instappen, want het risico aan de voorkant is er niet.” Wel voorzitter, die risico’s zien wij wel degelijk.
Ten eerste: wat de marktconforme waarde van het provinciaal deel van het eigendom van de kantoorvilla zal zijn na 5 jaar, kan de gedeputeerde kennelijk nu niet aangeven. Evenmin kan zij op dit moment zeggen dat het bod dat de gemeente na 5 jaar zal doen, voldoende zal zijn om de provinciale inbreng van de sheddaken te compenseren. Onzekerheid troef dus!
Ten tweede is pas 70% van de verhuurbare oppervlakte gedekt door een getekende huurovereenkomst. Ook bij de sheddaken bestaan er substantiële risico’s t.a.v. de herontwikkeling, nl. dat de geraamde opbrengsten voor verhuur helemaal niet gehaald zullen worden.
Onze provinciale bijen hebben de afgelopen maanden uitstekend werk verricht mede dankzij imker Joek Feijen-Henkens. 55 potjes van dit gele goud zijn geoogst in onze provinciale vlindertuin. Een resultaat om als Staten trots op te zijn en ik wil de ambtenaren (waaronder hier aanwezig Eefje en Rob) dan ook bedanken voor hun enthousiasme om dit mede mogelijk te maken. Afgelopen week heb ik de honing reeds mogen proeven en ik ben dan ook verheugd dat ik vandaag aan de fractievoorzitters een potje Brabantse provinciale Statenhoning mag aanbieden, zodat zij ook kunnen genieten van deze bijsmaak.
Onder meer Het Financieel Dagblad[1] en Elsevier[2]berichten over Nederlandse gemeenten die volop gebruik maken van boekhoudkundige trucs om grote verliezen op hun grondposities te verhullen. Zo zou er onder meer sprake zijn van het boeken van de investeringen onder een andere post, of het verlagen van de toe te rekenen rentekosten. Van dat laatste zou volgens de berichtgeving bij de gemeente Eindhoven sprake zijn. .
Volgens het Financieel Dagblad heeft Noord-Brabant niet ingegrepen bij een omstreden 'stelselwijziging' van de gemeente Breda en heeft ook de accountant geen bezwaar gemaakt, ondanks protesten van de Rekenkamer van Breda.
Bovenstaande roept bij de PVV de volgende vragen op:
De PS vergadering van 7 februari stond vooral in het teken van het ruimtelijk beleid: de herziening van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening Ruimte. Het zwaartepunt van de in totaal bijna 15 uur durende marathonvergadering lag bij de nieuwe maatregelen voor de veehouderij.
Kort samengevat moeten de plannen van het college van GS ervoor zorgen dat de overlast en risico’s van de intensieve veehouderij in overbelaste gebieden een halt worden toegeroepen en eventuele nieuwe uitbreidingen alleen tot stand kunnen komen als dit in overleg met de omwonenden gebeurt en als aan de nodige zorgvuldigheidseisen – zoals omschreven in de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) – wordt voldaan. Een aanpak die de PVV Noord-Brabant in beginsel kon steunen, maar waarvan de concrete uitwerking onvoldoende is.
Zo zijn in de Verordening Ruimte geen nadere bepalingen opgenomen over de ‘urgente gebieden’: er is niet eens een definitie omschrijving, de invulling wordt aan de gemeenten overgelaten en indien de gemeenten nalatig blijven heeft de provincie geen doorzettingsmacht. Daarom vroeg de PVV in een amendement ook om een nadere definitie van ‘overbelaste gebieden’. Ook zijn voor de PVV belangrijke thema’s als dierenwelzijn en volksgezondheid onvoldoende duidelijk in de plannen meegenomen. De definitieve BZV moet zelfs nog worden vastgesteld, waarbij GS alles laat afhangen van de gesprekspartners in het ‘Brabantberaad’ (o.a. ZLTO en BMF). Het is het een slechte zaak dat GS meer waarde hecht aan de achterkamertjes van het ‘Brabantberaad‘ dan aan de democratisch volksvertegenwoordiging in PS.
De PVV Noord-Brabant vindt het belangrijk dat in het nieuwe veehouderijbeleid een aantal zaken goed en duidelijk geregeld worden: volksgezondheid, dierenwelzijn en leefbaarheid. In de overbelaste gebieden moet de overlast worden beperkt, zoals de geurhinder en de overlast van transportbewegingen. Om dit te bewerkstelligen heeft de PVV een amendement ingediend over de landschappelijk inpasbaarheid, welke is aangenomen. Daarnaast is draagvlak in de omgeving van groot belang en daarom kon de PVV een motie van Groenlinks steunen om een referendum te organiseren over de intensieve veehouderij – dit in lijn met het eerdere initiatiefvoorstel van de PVV om een referendumverordening in te voeren. Op het gebied van volksgezondheid steunde de PVV moties voor een nader onderzoek naar een gezonde afstand tussen woningen en veehouderijen en het zoveel mogelijk beperken van antibioticagebruik. Verder wil de PVV de resultaten van het aankomende grote GGD-onderzoek graag meenemen in de verdere plannen.
Vandaag besluiten we onder meer over de borging van de transitie naar een zorgvuldige veehouderij in de Structuurvisie en de Verordening Ruimte. De Verordening Ruimte welke als uitvoeringsinstrument tevens de kapstok is voor de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij oftewel de BZV. Dat het uitvoeringsinstrument de BZV op dit moment echter nog niet gereed is zeer opmerkelijk en schijnt sommige politieke partijen hier vandaag niet te interesseren, gezien we vandaag dit stuk toch behandelen.
Vorig jaar is de eerste bijeenkomst geweest van het Brabantberaad. Een jaar is naar dit moment toegewerkt en de PVV fractie is dan ook erg teleurgesteld dat het proces naar deze twee belangrijke voorstellen over zorgvuldige veehouderij zo onzorgvuldig plaatsvindt. Afgelopen jaar hebben we in de commissie al meermaals het belang aangehaald van een zorgvuldige voorbereiding en toch wordt tijdens de afgelopen commissievergadering niet voldoende tijd ingepland om te discussiëren, was er geen ruimte voor beantwoording van de eerste termijn en een tweede termijn. Worden we overladen met provinciale documenten via verschillende kanalen en vaak ook nog maar paar uur vooraf de vergadering. Kortom, alle gestelde termijnen en afgesproken processen (conform BOB-model) zijn bij de behandeling van voorliggende documenten overschreden. Dit doet teniet aan het belang van dit dossier en de inspraakreacties van derden. Het proces is allerminst zorgvuldig dus wat kan je dan verwachten van de inhoud?